Firewalls zijn als digitale wachters die de veiligheid van netwerken beschermen. Ze werken als barrières tussen vertrouwde interne netwerken en onveilige externe omgevingen, zoals internet. Firewalls controleren het inkomende en uitgaande verkeer op basis van vooraf ingestelde regels, waardoor schadelijke data wordt geweerd en alleen veilig verkeer wordt toegelaten.

Hedendaagse firewalls kennen verschillende soorten functionaliteiten welke diverse beschermingsniveaus bieden. Zo zien we afhankelijk van de gekozen licentie onderstaande functies:

Packet-Filtering: Bekijkt individuele datapakketten op basis van regels zoals bron- en doel-IP-adressen en poortnummers.

Stateful Inspection: Houdt de staat van actieve verbindingen bij en laat alleen verkeer toe dat past bij geaccepteerde verbindingen.

Proxy: Handelt als tussenpersoon tussen interne en externe netwerken. Ze verbergen interne IP-adressen en bieden extra beveiliging door alle verkeer te inspecteren voordat het wordt doorgestuurd.

Next-Generation Firewalling (NGFW): Combineert de traditionele firewall-functies met diepgaandere inspectie van applicatielagen, waardoor hij beter inzicht heeft in het soort verkeer dat wordt verzonden en ontvangen.

Unified Threat Management (UTM): Integreert meerdere beveiligingsfuncties zoals firewall, antivirus, antispam en intrusion detection/prevention in één apparaat.

Web Application Firewalls (WAF): Beschermen webapplicaties tegen aanvallen en kwetsbaarheden door verkeer te analyseren op applicatieniveau.

Firewalls zijn in fysieke vorm maar ook in virtuele varianten te verkrijgen en spelen een cruciale rol in het waarborgen van de netwerkveiligheid door ongewenst verkeer te blokkeren en kwaadaardige activiteiten te beperken. De keuze van het type firewall hangt af van de behoeften van het netwerk en het niveau van bescherming dat nodig is.